Oprechte Haerlemse Saterdaegse Courant. No. 39
ITALIEN
Milaen den 1 September.
In twee dagen sal de Keyserinne van Final herwaerts komen, alsoo als dan haere Majesteyts toerustinge sal vaerdig zijn. Den Generael Montecuculi eer hy vertrock, heeft een seer kostelijck Geschenck van den Keyser aen de Keyserinne gegeven. De Galeyen van de Grooten Hartogh zijn weder nae Livorne vertrocken, en andere mede daer zy t'Huys hoorden.
Livorne den 3 September.
Hier heeft men twee Schepen van Algiers; op haer vertreck gingen 6 Rovers t'Zee, de rest was binnen, hadden 2 Fluytjes met Sout, Teer en anders genomen, een lege Fluyt sonder Vlock, en een met Sout, en eeningh Italiaens Vaertuygh met Granen; en stonden weder 6 nieuwe Schepen op Stapel, grooter als oyt.
Roma den 4 September.
Den Paus heeft op nieuws de Koorts gekregen; dit sal sonder twijffel de Cardinael Ghigi doen thuys blyven: En men spreeckt al of de resteerende Cardinaels plaetsen in't korte sullen werden vergeven, en Don Sigismundo een van deseleve sal werden gemaeckt. De Bagagie van den Cardinael de Retz is vertrocken, maer sijn eygen vertreck is om eenig reden noch uytgestelt.
Venetien den 10 September.
De laetste Brieven gekomen uyt de Levant berichten, dat den Capiteyn Generael noch was tot Argentiera met de gantse Armade, als oock den Marquis Villa, wesende alreede alle de Soldatesque scheep, maer de Windt was en bleef, contrarie omme derwaerts te gaen, daer men tot Candia hadde gheresolveert een attacque te wagen.
VRANCKRYCK.
Havre den 12 September.
Duc de St. Aignan in't besichtigen van de Kust, of de Wachten al wel beset waren, wesende in een Chaloupe, wiert gewaer een Barcke van 50 Tonnen, die hy aenstonts resolveerde te gaen attacqueren, en oock dede veroveren.
Parys den 17 September.
Den Coningh heeft een Courier gesonden na Abbleville, brengende Ordre aen de Troupen van sijn Huys, die daer gekomen zijn, dat sy haer souden Scheep begeven, op de Schepen die voor hen geprepareert zijn, op de Kuste van Picardyen; en dat sigh als dan sullen haer voeghen by de Hollanders, die teghenwoordigh met haer Vloot in't Canael zijn. Mr. de la Feuillade is te Poste door Ordre van den Coning vertrocken, omme t'Scheep te gaen., en sigh te embarqueren op 't Schip van den Lt. Adm. de Ruyter, men seght , om te commanderen over de Fransse Volontaire, die sigh op de Hollantse Vloot mochten begeven hebben. Duc de Longueville is vertrocken, sijne Voyagie nae Dalmatien, nae dat sijn affscheyt van de Vibliotheecq heeft ontvangen een Brevet van sijn Majesteyt, by welcke hem Prescepteur maeckt van den Heer Dauphijn. Daer is een Courier aen den Coningh ghekomen, afgesonden van Monsr. d'Ambrun, Ambassadeur van sijn Majesteyt in Spangie, die nieuws brengt van de Consumatie, van't Houwelijck van de Coninginne van Portugael, dat den 12 Augusti voltrocken is. Men spreeckt hart van Vrede van dat Coninckrijck met Spanie, het welck men Besloten en Geteyckent hout, waer by getracteert is als Coningh en Coningh, en dat den Coningh van Portugael niet tegenstaende de Vrede 3000 Man te voet sal moeten onderhouden, den Courier die dese Tijdinge brenght, is gespolieert dicht by Bordeaux van 2 Ruyters, die de Packetten hebben geopent.
Parijs den 17 September.
Na dat men alle Dagen verwachte 't uytloopen van Duc de Beaufort, soo is dese voorleden Nacht een Expresse van den Heer Colbert de Ferron, van Rochel, aen 't Hof ghekomen; met bericht, dat welgemelden Duc, op den 13 deser, van Rochel is vertrocken, om na ' Canael te loopen, 't sleve te passeeren, en met de Hollanders te conjungeren. De Barbarisse Corfairen speelen in de Middelandtse Zee seer de meester; also nu Vrede hebben met de Fransse en Engelsse; sulckr, dat alles weg-nemen wat'er by-na vaert: Die van Algiers hebben onlanghs noch twee Hollandtse, een Hamburger, en een Genouees Schip wegh genomen. Tot Marseilje is den 6 September te rugge gekomen Sr. de Moulin, af gesonden van den Coningh na Tunis, tot verlossinge van de Slaven, van welcke 650 mede-brenght, daer van yder 100 Kroonen heeft gekost.
Parys den 17 September.
Terwijl hier onder 't gemeen een Gherucht loopt van een Accoort tusschen Spangie en Portugael, so verneemt men nochtans ten Hove niet als 't contrarie, volghens het schrijven van den Aerts-Bisschop van Ambrun, Fransen Ambassadeur aen 't Spaense Hof. Alsoo de Franse Vloot op den 13 deser van Rochel is gheloopen, en de Engelse Vloot, nae den laetste Rescontre, het Canael in gheweecken is, soo heeft men een Expresse nae Brest ghesonden, om Duc de Beaufort daer van te waerschouwen: en Monsr. de la Feuillade heeft sijn Majesteyt na de Hollandtse Vloot gesonden, die den 14 deser noch op de Hooghte van Bologne was. Daer is weder eenige alteratie in de Prijs van 't Geldt gemaeckt, als de Louysen en Spaense Pistoletten op 11 Ponden, de Goude Kroonen op 5 Ponden en 4 stuyvers, de Silvere Louysen op 3 Ponden, en so voort op de oude voet. Den Deensen Ambassadeur, den Heere Zeestadt, sal van hier vertrecken nae Nederlandt.
DUYTSLANT en d'aengrensende RYCKEN
Stockholm den 9 September.
De Mentsisse Gesant, van hier op Danzigh vertrocken, seght men, dat onderwegen verongeluckt is; en men hoort dagelijcks van noch meer Onghelucken ter Zee. Den Paltzissen Afgesant staet op zijn vertreck. 2000 Man sullen van hier na Bremen over-gevoert werden, voor 6 a 7 Kroons Schepen, die dan voort na Portugael om Sout souden gaen; immer soo men voorgeeft, omme dat men soude voor-hebben, de Haring-vangst by Gottenburgh te stabilieren, alsoo de Haring sigh daer overvloedigh laet vangen. Den Koningh en Koninginne Regente zijn te Landewaert vertrocken.
Wenen den 11 September.
Na dat sijn Furstelijcke Genade van Diedrichsteyn, met de voor de Spaensse Ministers mede-gevene Presenten, waerdig 100000 Florijnen, gesamentlijck met de Keyserlijcke Suite, bestaende in 1000 Persoonen, 1200 Ruyters, en 100 Landt-koetsen was afgereyst, soo doet men alles vervaerdigen tot het By-leger, dat tot Newstad sal gehouden werden, op St. Leopoldsdag, werwaerts oock 6 Regimenten zijn ghelast te marcheren; men hout dat hier na noch eenige Volckeren na Milaen, en de Spaensse Nederlanden sullen gecommandeert werden, alsoo men wegens Vranckrijck voor die Landen vreest. Sijn Keyserlijcke Majest: is deser Dagen aen de Loop niet wel te pas gheweest, doch is nu God lof weder beter. Den Sweedtsen Afgesant onthout sigh noch hier, sonder dat men weet tot wat eynde men hier sal nemen, omtrent de Engelsse voorslaghen, die doch hier niet in de Man willen.
Hamborg den 17 September
Dat de Engelsse met 2 Sloepen op de Elbe, sigh aen en na de Hollandtse-schepen begeven, is seecker, en hebben de jonghst- genomen na de Swinge gebracht; en daer op twee Hollantse Groenlants-vaerders aengetast, maer alsoo sterck bemant waren, moeten afwijcken. Het jonghst-ghedachte Schip, dat van hier mede uyt wilde, moet als noch verblijven. Het gerucht, dat de Sweden een Arrest op d'Engelsse Schepen hadden gedaen, is valsch, en hebben sy in de Swinge vry in en uytloopen. Uyt Poolen heeft men niet als seer goede Vrede: Den Heer Lubomirski is wederom tot Breslau gekomen, om aldaer den Rijcksdagh te verwachten. Den Koningh van Poolen werdt in't korte tot Marienburgh in Pruyssen verwacht.
Hamborg den 17 September.
De Stadt Bremen is nu vande Sweden ten volle belegert, en beginnen reets Loopgrave na de Wallen der Stadt te maecken; die van binnen hebben oock in een uytval eenigh Vee de Beleggers afgenomen, en schieten van hun Wallen dapper: De Sweden hebben dese mael de Brieven uyt Bremen weer terugh gesonden, en niet laten passeren. Op de Elf hebben de Engelse met bemande Sloepen, de Hollandtse Kagen gesocht te nemen of te ruineeren; maer komende by een Groen-