GELEERDE NEERLANDICI 5
JONATHAN SWIFT.
Wat is dat voor een vreemde vogel? Wie wordt daar door Rabelais binnengelaten?
TACITUS.
Waarom heeft hij een gordel van smaragd aan? Zijn ogen staan op steeltjes. Hij lijkt ook wel in de rui te zijn.
MULTATULI.
Ik ben het. Is dit het voorgeborchte?
SWIFT.
Zoiets. Maar wie is "ik"? U schijnt nogal eigendunkelijk.
TACITUS.
Ach, Jonathan, ik herken hem. 't Is Eduard Douwes Dekker. Ik houd de zaken daarbeneden wat beter bij dan jij. Iemand uit het taalgebied der Germanen. Germanen waren altijd mijn specialiteit. Zijn nom de plume is Multatuli. Van pluimen gesproken, heer Dekker, vanwaar die gerafelde vleugels op uw rug? En waarom zo laat? U bent immers al honderd jaar dood?
MULTATULI.
Dat wel. Maar 't is nogal een afstand. En, om eerlijk te zijn, als je de weg vraagt aan die engelen onderweg, nu ja... dat cherubijnencorps hier in de buurt loopt er nogal naakt bij. Ze deden me denken aan Marie en Charlotte en Sietske en... in ieder geval: 't is niet zo dat je je vleugels kunt afdoen als je samen een wolk induikt.
SWIFT.
Goed... maar waarom niet terstond hier gewoon aangeklopt en de naam Dekker opgegeven?
MULTATULI.
Die naam heb ik nergens genoemd! Ik ben beroemd als Multatuli! Ze zeiden van die man niets te weten. Tenslotte bij het vagevuur, toen ik nijdig op en neer sprong, roepend: Multatuli! Multatuli! zei de wachter: "O! Ultima Thule!" en hij ried me aan hierheen te vliegen.
SWIFT.
Een abuis in de administratie, zullen we maar zeggen. U moet weten, dit is de laatste verblijfplaats voor de beste schrijvers van alle landen, alle tijden. Voor mensen die geen behoefte hebben aan hemel of hel. Wij vermaken elkaar hier onderling. Maar hoor jij hier wel thuis, broertje? Wat voor schrijver ben jij eigenlijk?
MULTATULI.
Wilt u dat ik wat schrijf? Maar dan moet ik eerst rust krijgen. Daarna heb ik misschien loisir. Tot zolang hoef ik toch geen huur te betalen?
TACITUS.
't Is een vreemde snoeshaan. Mijn Germanen betaalden of roofden. Klaplopen deden ze nooit. Bent u bij uw landslieden werkelijk een belangrijk man geweest?
MULTATULI.
Zo! Wie bent uzelf dan wel? Ik herken u niet. En ik heb de portretten gezien van ieder die vóór 1820 belangrijk was: Christus, Larochefoucauld, Lafontaine en Napoleon. U kunt dus niet belangrijk zijn. Ik daarentegen heb meer volgelingen dan de Nazarener! En nu heb ik een eigen genootschap! Ik heb een beeld! Belangrijke mensen schrijven over mij. Cyrille Offermans vergelijkt mij met de Frankfurter Schule. Enne... de voorzitter zegt dat ik belangrijk ben.
TACITUS.
De voorzitter?
MULTATULI.
Ja.
TACITUS.
Wie is dat?
MULTATULI.
Ja, dat weet ik niet... ik vergeet altijd wie het is. 't Is komiek. Had hij juist niet iets met komedie vandoen? Heet hij geen Cyrano?
TACITUS.
Nee, die is allang hier. Maar Germanen heten altijd Hans. Laten we hem voor het gemak Hans de Bergerac noemen.
SWIFT.
Goed. Die Hans dus. Is die zelf belangrijk?
MULTATULI.
Ik zou denken van wel. Hij geeft mijn verzameld werk uit. Nu ja - dat zegt-i. Ik geef toe dat het een beetje langzaam gaat. En 't is niet eens met echte annotatie, of met registers. En hij geeft de Multatuli-encyclopedie van Ter Laan uit. O nee - dat moet ook nog gebeuren, geloof ik. Maar dat komt omdat hij specialist is in langzaam leren: hij is professor aan de Open Universiteit.
TACITUS.
Is dat zoiets als de Akademie, of de Stoa in Athene?
MULTATULI.
Ja, maar dan in Limburg.
TACITUS.
Wacht eens, is dat de man die eerst hooggeleerd retor wilde worden in de hoofplaats van een Germanenrijkje?
MULTATULI.
Ja, maar 't was daar een Gesloten Universiteit. Zijn broer Wim is daar nu.
SWIFT.
Hm. Is dat alles?
MULTATULI.
Nee! Hij schrijft ook recensies. Van toneel. En hij heeft belangrijke culturele ideeën.
TACITUS.
Zoals?
MULTATULI.
Eh..., laatst heeft hij gezegd dat dat Nederlands een Europees dialect is, en beter vervangen kan worden door het Engels. Begrijpt u dat? Voor vroeger tijden betekent het dat het Latijn vervangen zou moeten zijn door het Grieks. Dat werd door veel meer mensen gesproken, en het was ook een veel genuanceerder taal.
TACITUS.
Zo!
SWIFT.
Maar uzelf schreef toch in het Nederlands?
MULTATULI.
Ja.
SWIFT.
En die Hans is de voorzitter van uw genootschap?
MULTATULI.
Eh... ja.
SWIFT.
This is a Dutch treat. (tot Tacitus). Collega, denkt u wat ik denk?
TACITUS.
Beslist. Met dergelijke volgelingen en nestbevuilers kan deze Icarus zelf ook geen hoogvlieger zijn. Laten we onze Phaëton neersmijten waar hij thuishoort: in de Po-vlakte.
SWIFT.
Quite. (tot Multatuli). Nog een laatste wens?
MULTATULI.
Mag 't ook Heerlen zijn?