Een jaar of twintig geleden poolde ik met een collega op het traject Leiderdorp - Amsterdam en vice versa. Ik denk daar nog met plezier aan terug. Op een gegeven dag reden wij voor de zoveelhonderste keer door de Schipholtunnel, toen mijn collega Arie opeens opmerkte: "Wat zitten er eigenlijk weinig vogels hier." Enigszins verbouwereerd door deze opmerking begon ik uit te leggen dat het toch eigenlijk heel gewoon was dat er geen vogels in een tunnel zitten. Het is daar donker en ze hebben er niets te zoeken. Als hij nu verbaasd was geweest omdat we er nooit vleermuizen tegenkwamen had ik het beter kunnen begrijpen. Waarop Arie reageerde: "Nu je het zegt ."
Ik ben dit stukje begonnen met deze anekdote om te laten zien hoe je je plotseling kan realiseren dat je iets mist, en omdat ik deze ex-collega na vele jaren tegenkwam in het publiek bij de (halve) marathon van Leiden.
In die halve marathon, die ik 17 mei j.l. liep, kwam ik naast een jonge vrouw te lopen die blijkens de naam op haar startnummer Laura heette. (Die namen waren erop gedrukt door de organisatie. Ik heette 'Jna'. Niemand had bedacht dat dat waarschijnlijk toch wel een tikfout was.) Nu is Laura natuurlijk een hele poëtische naam. Apollo, de god van de kunsten, droeg in de klassieke oudheid al een laurierkrans die hem herinnerde aan zijn geliefde. Maar wij kennen Laura natuurlijk vooral uit de prachtige gedichten die Petrarca schreef over zijn onbereikbare geliefde. En dan realiseer je je opeens: wat is er weinig hardlooppoëzie, en al helemaal geen erotische hardlooppoëzie.
Hoe zou dat komen? Er wordt toch genoeg geschreven over hardlopen. Zo heb ik het oeuvre van Dolf Jansen er eens op nageslagen, als je ergens erotische hardlooppoëzie verwacht, dan toch daar*, maar niets hoor, geen snipper. Als er echt nooit zoiets geschreven wordt, ligt er een groot en mogelijk vruchtbaar terrein braak. Dus ik dacht: laat ik mijn gêne eens aan de kant zetten en proberen of ik wat hardloopliefdespoëzie kan knutselen.

Zo, ik heb me nu geloof ik genoeg ingedekt. Jullie denken nu vast niet meer dat ik daar in Leiden in plaats van hard te lopen schuins marcheerde. Hier komt ie. Graag hardop lezen, desgewenst laten aanzwellen, maar de laatste twee regels ingetogen uitspreken.

 

Laura in de Leiden marathon

Net uit Leiden liep jij voor me,
Net voorbij de Lammenschans,
Op de weg naar Zoeterwoude,
Leek jouw lopen wel een dans.

Hoog en licht en kort contact,
Met de bodem en met mij,
Even liepen wij synchroon,
Heel even, zij aan zij.

We hadden beiden lage nummers,
We hadden beiden adem zat,
We moesten nog zo ver
Ik zou geluk hebben gehad.

Maar de lichtheid van je stappen,
En je ogen vrolijkheid,
Moest ik na de drinkpost missen,
Drinkend raakte ik jou kwijt.

Ik zag je later in de verte,
Slechts twee minuten naar jou toe,
Toch was je onbereikbaar,
Te jong, te fris, taboe.

Laura met je lage nummer,
Laura met je hoge tred,
Ik wil je kussen, ik wil je strelen,
Ik wil een wedstrijd met je delen.

Laura met je hoge tred,
Dans voor mij je loopballet.

         ========

 

Als jullie vinden dat dit door de beugel kan, zal ik er de volgende keer een schrijven in de trant van Slauerhoff.

 

*Dolf Jansen heeft bijvoorbeeld eens een verhaaltje geschreven over het verband tussen sportprestaties en seks. Het maakt volgens hem niet uit of je seks voor de wedstrijd hebt of erna. Alleen tijdens de wedstrijd raadt hij af. Tenzij op de bank voor de televisie.

Naschrift
Arie schreef mij naar aanleiding van dit gedicht dat hij er ook wel eens over dacht om te gaan rennen. "Maar hoewel mijn voeten precies de grond raken, zijn mijn benen volgens mij toch iets te kort om lekker hard te lopen

Naschrift 9-1-2014
Misschien niet zo zeldzaam als erotische hardlooppoëzie, maar toch bepaald alledaags, is het paardenliefdesgedicht van Mensje van Keulen, ook met de titel "Laura". Zie: Mensje van Keulen -- Laura.