De Triathlon Holten van dit jaar is om meerdere redenen een gedenkwaardige gebeurtenis. Vandaar dat ik er dit verslag aan wijd.

Het was mijn eerste serieuze wedstrijd sinds ik op 10 januari mijn linker enkel flink de vernieling in liep. Ik tobde toen al maanden met een overbelaste achillespees als gevolg van een niet goed functionerend enkelgewricht. Wel was ik op de weg terug en had ik al een verdienstelijke Derde Kerstdagloop in Arnhem gelopen. Tijdens de Sylvestercross op oudejaarsdag sloeg mijn enkel echter weer helemaal vast.
Omdat ik aansluitend al de hele week naar Egmond was, kon ik geen professionele hulp inroepen voordat ik daar aan de ATB strandrace en de halve marathon mee zou doen. De Egmond combi is voor mij, hoewel het al in januari is, een van de hoogtepunten van het jaar.
Dit jaar boften we met het weer bij de ATB-race. Ik zette behalve een persoonlijke recordtijd (1:29:40) ook een mooie klassering neer, d.w.z. een klassering die uitzicht bood op de bovenste helft van het combi-klassement. Dus dan moet je daarna wel een hele goede reden hebben om niet te lopen.
Dat die reden er inderdaad was, daar kom je dan uiteindelijk achteraf achter. Zolang ik op het strand liep ging het nog wel, maar daarna liet mijn linker enkel het definitief afweten. Ik heb de 11 kilometer terug als het ware gestept. Eenmaal over de finish had ik nog meer last van mijn goede, dan van mijn slechte been, maar dat goede been herstelde vrij snel. Mijn linker been was nu echter voor lange tijd uit de roulatie. Er zijn uiteindelijk een sportarts, een manueel therapeut en een podotherapeut aan te pas gekomen om dat been weer in het gareel te krijgen. Die manueel therapeut, Martine, verdient in dit kader een bijzondere vermelding, omdat zij ook in de rest van het verhaal een rol heeft.

Een andere reden waarom de Triathlon Holten zo vermeldenswaardig is, is de inschrijving. Ik was daar vroeg bij. Te vroeg bleek. Bij het inschrijven werd ook mijn startnummer van vorige jaar gevraagd. Ik had Holten nog nooit gedaan, dus ik vul in: “geen”. De inschrijving liep mooi door, maar ik kreeg enkele dagen later een beleefd bericht dat dit niet de bedoeling was. De inschrijving stond uitsluitend open voor deelnemers van vorig jaar die wegens afgelasting de wedstrijd niet hadden kunnen doen. (Het was te warm geweest.) Overigen moesten nog enkele weken wachten. De ochtend waarop de inschrijving open ging voor algemeen publiek kreeg ik wederom een beleefd bericht. Het was anderen die opnieuw probeerden in te schrijven niet gelukt dat te doen, omdat hun naam reeds bekend was in het systeem en op dubbele inschrijving werd gecontroleerd. Ik kreeg het advies voor en achternaam om te wisselen en dat werkte prima.
Een organisatie die zo proactief en adequaat zijn klanten adviseert, kom daar tegenwoordig nog maar eens om!

Ten derde waren er memorabele logistieke problemen. Die heb ik anders nooit, maar dit keer combineerden wij de wedstrijd met vakantie. Dat betekende dat behalve de wedstrijduitrusting ook materieel voor twee weken verblijf met een tent op een camping ingeladen moest worden. Mijn sportspullen had ik, om ze overzichtelijk te houden, op de slaapkamer van mijn uitwonende zoon uitgestald en ingepakt. Toen we de woensdag voor de wedstrijd op de camping waren aangekomen stonden ze daar nog. Nu ligt Holten niet zo ver van Soest, dus zijn we dezelfde dag nog teruggegaan om de boel op te halen. Pas de volgende ochtend weer naar Holten.Het was tocht snertweer en dat bleef zo.
Maar daarmee waren de logistieke problemen niet over. Toen ik mij de zaterdag van de wedstrijd samen met mijn echtgenote in regenpak naar de zwemstart in De Dommelaar had begeven, daar mijn wisselpunt had ingericht en wachtte op het sein voor inzwemmen, realiseerde ik me dat ik geen zwembrilletje bij mij had. Dat lag nog in de achterbak van de auto op de camping. Dan wordt 1,5 km zwemmen in open water echt erg lastig.
Nu kwam het slechte weer mij te hulp. Wegens een voorbijtrekkende onweersbui werd de startserie van de eerste divisie dames uit het water gehaald. Een van die dames was Martine, u weet wel, mijn manueel therapeut. Toen uiteindelijk werd besloten dat het zwemonderdeel voor hen verviel, leende zij zonder mankeren haar brilletje aan mij uit.

Ten vierde hebben we het reeds vermelde weer. Het was al dagen rotweer in Holten. Van alle plaatsen in Nederland viel in Holten het meeste regen en die regen ging gepaard met lage temperaturen (13 oC) en flinke windvlagen (5/6 Bft). Op de dag van de wedstrijd kwam daar dus nog onweer bij. Alle zwemonderdelen werden daarom ingekort tot één ronde van 750m. Jammer, want juist daar had ik met die kapotte enkel wel op getraind.
Maar ook het fietsen zou redelijk moeten gaan. Ik had het parcours verkend. Het begon met een stuk open waailand tot aan het dorp. In het dorp een paar linke bochten en dan de prachtige Holterberg op, met vieze klimmetjes, snelle afdalingen en een strook kasseien. Tijdens de race kwamen daar nog zware slagregens bij, waardoor je soms met 60 km/u op de gok aan het dalen was en je benen opeens verstijfden. Mijn parcours bleek, want afgezien van de snelle jonge mannen uit de 3000-serie, haalde ik duidelijk meer in dan ik werd ingehaald.
Toen ik vlak ik tegen het einde van tweede en laatste fietsronde weer een seriegenoot wilde inhalen, kwam deze gevaarlijk naar links. Hij was alvast zijn schoenen aan het uittrekken. Bellen, roepen en nog een keer heen en weer en toen liet hij mij voor. In transitiezone 2, waar je een lang stuk met de fiets aan de hand moet lopen, haalde hij mij echter weer in. Vervolgens blokkeerde hij mijn doorgang, omdat hij door een scheidsrechter werd tegengehouden. Hij had zijn helm alvast losgemaakt en dat mag pas als de fiets op z’n plaats staat. Hij moest dus eerst zijn helm weer vastmaken. Bellen roepen, etc. Die knoeier zou ik eens fijn op een ronde achterstand gaan lopen.
Maar dat viel enorm tegen. Hier wreekte het gebrek aan looptraining zich.
De eerste ronde voelde ik mijn voeten nauwelijks, zo koud waren ze. Pas na 2 km kreeg ik door dat mijn rechter schoen niet goed zat. De tweede ronde ging iets beter, maar pas de derde ronde kreeg ik door dat ik mij af en toe echt beroerd voelde omdat er flink hoogteverschil in het loopparcours zat en paste ik mijn tempo daaraan aan. Om de ontbering compleet te maken viel er toen ook een hagelbui die de weg wit en glad maakte en de bemanning van de drankpost een schuilplaats in joeg. En wij liepen gewoon door, in onze idiote blote pakjes.
Na vier zware looprondes finishte ik uiteindelijk in 2:35:22 . De speaker herkende mij onmiddellijk als een lid van De Schieter. Ik begrijp dat goed, vanwege de clubkleding die ik aan had, maar toch zat hij mis. Punt één ben ik geen lid meer, maar dat terzijde, punt twee noemt die vereniging zich nu Triathlon Soest. Dat is, als je marketeer bent, of als je wat anders bent, een moeilijk te begrijpen beslissing.

Dagblad Tubantia had vooral medelijden met het publiek.

 

Ten vijfde had ik in deze wedstrijd beroemde tegenstanders. Ook Mark Tuitert en Beau van Erven Dorens hadden zich ingeschreven. Met name van Beau vind ik het stoer dat die dat onder zijn eigen naam doet.
Mark heb ik niet in de uitslag terug kunnen vinden, maar die was natuurlijk “way out of my league.” Maar Beau, toch ook sportief en dik tien jaar jonger dan ik? Ik had wel verwacht dat ik sneller was met fietsen, gehoopt dat ik sneller was met lopen, maar dat ik ook in het water sneller zou zijn dan deze IJsselmeerzwemmer …

Alles bij elkaar een wedstrijd waarop je weer even kan teren.